1. Elke vereniging heeft het recht één of meer teams voor een competitievorm in te schrijven, mits elk team: 

a. beschikt over de door het bestuur te verlenen licentie voor zover deze is vereist; 

b. kan beschikken over het noodzakelijk aantal biljarts voor het spelen van de thuis-wedstrijden; 

c. voldoet aan de bepalingen die gelden voor de competitievorm waarvoor wordt ingeschreven. 


2. Ieder lid, dat bij aanvang van het seizoen zestien jaar of ouder is, heeft het recht deel te nemen aan een competitievorm, tenzij hem dat recht door een geldige straf of door een besluit van het bestuur is ontnomen. Van de minimum leeftijd van zestien jaar mag het bestuur, na de Commissie Jeugd te hebben gehoord, ontheffing verlenen als zij meent, dat daartoe aanleiding bestaat en de ouders, voogden of verzorgers van dat lid tegen het verlenen van die ontheffing geen bezwaar hebben. Eveneens zijn van toepassing de bepalingen welke zijn opgenomen in het WR artikel 6024, lid 2 sub b. 


3. Het districtsbestuur kan besluiten om één of meerdere spelers dispensatie te verlenen voor het (eventueel beperkt) spelen in meerdere teams. Hierbij mag een speler wel in de teamsamenstelling van beide teams voorkomen, maar op het moment dat deze teams tegen elkaar spelen mag de speler slechts bij één van de twee teams in de team-opstelling voorkomen. 


4. Als een speler zich plaatst voor meer dan één vervolgkampioenschap dan moet de speler een keuze maken indien deze vervolgkampioenschappen op de zelfde dag plaatsvinden. Aanpassing van de wedstrijdkalender is uitgesloten.


5. De wijze waarop een vereniging haar teams mag inschrijven wordt door het bestuur van het betreffende district bepaald. 


6. De wijze waarop een district haar teams mag inschrijven wordt door het bestuur van het betreffende gewest bepaald. 


7. Uitsluitend het districtsbestuur mag een districtsteam inschrijven. 


8. Voor elk in te schrijven team kan het bestuur de betaling van inschrijfgeld verlangen. De hoogte daarvan, de wijze waarop, aan wie en wanneer dat inschrijfgeld dient te worden betaald, stelt het bestuur vast.